|
Historiek
De geschiedenis van het S.A.W. begint in 1906 wanneer door de heer J. de Hasque te Antwerpen de Sobriëtas-beweging werd opgericht als een federatie van bestaande verenigingen, die naar een oplossing zochten voor het alcoholvraagstuk.
Doelstellingen, structuur en actiemiddelen waren geïnspireerd op de gelijknamige Nederlandse vereniging, die aldaar werd opgericht onder impuls van de (latere) Mgr. Dr. Alphons Ariëns, die toen als kapelaan en sociaal hervormer, te Enschede ongeveer gelijktijdig (resp. 1889 en 1895) de R.K. arbeidersbeweging en de Matigheidsbeweging op gang bracht.
Terwijl in Nederland de R.K. drankbestrijding ontegensprekelijk verbonden was met het ontstaan van de christen-democratie, werd bij ons de Vlaamse ontvoogdingsstrijd gekenmerkt door een groeiende matigheidsbeweging.
Zoals het menselijk denken en handelen tijdsgebonden is en medebepaald wordt door de socio-culturele context, zo werd ook de benadering van het ellende- of jenever- alcoholisme in die tijd vooral gedreven vanuit godsdienstige, morele en sociale motieven. Het was geen bestrijding van een ziekte , maar een strijd tegen het immorele gedrag dat door het alcoholgebruik veroorzaakt werd.
Vanuit een evangelische en toen beginnende sociale bewogenheid werd de preventieve drankbestrijding vertaald in een actie voor bevordering van de christelijke matigheidsgedachte. Men vertrok van het idee dat het alcoholisme met zijn desintegrerende werking bij individu en gemeenschap een gevolg was van de bestaande drinkgewoonten, rechtstreeks veroorzaakt door een popularisering van de alcoholische dranken, verkeerde opvattingen over de werking van alcohol en door het winstbejag van de drankhandel. Als onrechtstreekse oorzaken zag men de ontkerstening van de maatschappelijke cultuur, de genotzucht en de sociale mistoestanden.
Daarnaast entameerde men het zogenaamd: reddingswerk voor drankzuchtigen, waarbij de behandeling bestond uit een resocialisering via evangelisatie en heropvoeding.
Toch groeide ook de medische belangstelling vermits de heer F. Baeyens, als eerste voorzitter, in 1911 werd opgevolgd door dokter A. De Groodt. Twee jaar later werd dan dokter F. Huys als voorzitter gekozen en datzelfde jaar (1913) werd een bureau voor drankzuchtigen opgericht. De Nederlandse pater Dr. P. J. Vullings, die in 1911 als proost was aangesteld, stuurde op 8 juni 1914 een gedrukte mededeling naar een collega, vermeldend dat een bureau werd opgericht en een dertigtal heren alsook 22 juffrouwen de reddingsbrigades vormden die het bureau ter zijde stonden.
Er werd een gedrukte vragenlijst gebruikt die vijf rubrieken vertoont nl.: personalia, aard der drankzucht, oorzaken, gevolgen en middelen.
Dokter Huys werd in 1918 als voorzitter opgevolgd door de heer Lode Janssen, gemeenteraadslid van Borgerhout en secretaris van Zedenadel. Op 9 juli 1922 wordt dokter A. Fierens als voorzitter verkozen en in publicaties van de twintiger jaren geraakte het begrip genezing stilaan ingeburgerd. Het is vooral onder impuls van dokter Fierens dat in 1938 de eerste onderhandelingen voor de vestiging van een sanatorium voor drankzuchtigen te Meer, domein Maxburg, werden ingezet.
De eerste poging kreeg geen gevolg, maar in 1941 werd dan een terrein van 6 ha. aangekocht te 's Gravenwezel ten einde aldaar zodra mogelijk een rust- en reddingsoord op te richten. Na de tweede wereldoorlog werd vanuit Sobriëtas in 1947 de stichting ‘Matt Talbot’ opgericht met ondermeer deelname van de medici Borremans, Dauwe, Deckx, Dellaert, Fierens, Hoorens en Van Huffelen.
Het project voor residentiële hulpverlening kon niet gerealiseerd worden, maar onder impuls van dokter J. B. Van Herck en pater J. De Reys o.p., kwam daarna geleidelijk een bestendig werkend consultatiebureau tot stand. Vanaf 1971 werd die stichting omgevormd tot een centrum voor geestesgezondheid, dat sindsdien een ambulante en multidisciplinaire aanpak van psycho-sociale problemen inzake verslaving tot taak had. (gewijzigd in 2000 door gedwongen fusie)
Maar ook de drankbestrijding heeft in de loop van de periode 1906-1970 verschillende betekenissen gehad en de overgang van de ene zingeving naar de andere gebeurde meestal geleidelijk, overeenkomstig de maatschappelijke veranderingen. Dit komt vooral tot uiting in de publicaties en de thema’s van de drankweerweken die vanaf 1917 jaarlijks werden georganiseerd en vanaf 1923 als een jaarlijks congres opgang maakten.
Na de ingrijpende drankwetgeving van 1919 ontwikkelde zich een verschuiving naar het bier- en probleemalcoholisme.
Mede onder invloed van de groeiende bewustwording bij de arbeiders en het ontvoogdingsproces in Vlaanderen, werd Sobriëtas een vormende cultuurbeweging in het kader van de Katholieke Actie.
Via afzonderlijke en lokale afdelingen voor mannen, vrouwen, kinderen, studenten, onderwijzend personeel en religieuzen kregen de jeugdopvoeding en de volksopvoeding een degelijke structuur. Talrijke initiatieven ontstonden ook nadat de persoonlijke interesse en medewerking van Kardinaal D.Mercier ondermeer de inrichting van een secretariaat mogelijk maakten vanaf 1917. De christelijke inspiratie en bezieling was trouwens een bestendige opdracht van vele pastores, zoals Pater Vullings, E. H. Bamps, E. H. Simons, Pater Van den Bogaert, Kanunnik De Cort, Kanunnik Deckers, E. Broeder Frederik, Pater Maas, E. H. Van Ginneken, Pater De Reys, en vele anderen. In het algemene kader van de vereniging waren de opvoedende aspecten en doelstellingen steeds een fundamenteel uitgangspunt voor de actie. Dat verklaart tevens de toegewijde medewerking van vele leerkrachten, die in belangrijke mate initiatieven zoals de jaarlijkse schooldag over alcoholproblemen hebben gestimuleerd en uitgevoerd.
Daarnaast is het een onmogelijke opgave om de inbreng van talrijke leken te vermelden, die een sleutelfunctie in de beweging uitgeoefend hebben.
Dient vermeld dat de beweging ook pionierswerk heeft verricht op diverse domeinen zoals het georganiseerd jeugdwerk in Vlaanderen, het groepswerk bij de hulpverlening via reddingsbrigaden en ook door de programmering van een leergang over het alcoholvraagstuk aan de opleidingsschool voor sociale werkers te Antwerpen in het schooljaar 1930-1931.
Nieuwe inzichten en verworvenheden der wetenschap omtrent het verslavingsverschijnsel ontwikkelden zich na de tweede wereldoorlog, zodat een verruiming van de doelstellingen, alsook een vernieuwing van de structuren en actiemiddelen noodzakelijk werd. Dat vernieuwingsproces werd o.m. ingezet door dokter J.B.Van Herck, toenmalig voorzitter van Sobriëtas en voorzitter van de Katholieke vereniging voor Geesteshygiëne.
Als hoofdgeneesheer van het psychiatrisch ziekenhuis St.Amedeus te Mortsel, was dokter Van Herck vanaf 1960 ook beschikbaar voor kosteloze ambulante medische consultaties op het consultatiebureau voor alcoholisten-Matt Talbot.
Onder impuls van prof. dr. Hugo Janssens en E. P. prof. dr. A.Van den Daele s.j. werd in 1971 de transformatie van Sobriëtas naar S.A.W. ingezet en voltrokken. Sindsdien poogt het S.A.W. de oorspronkelijke doelstellingen te verwezenlijken in het kader van een verruimd programma voor maatschappelijk welzijn en geestelijke gezondheid.
Vanaf 1981 werden dan ook acties ondernomen inzake ‘fundamenten van menselijke hulpverlening‘, meer bepaald de ethiek en de zingevingvragen. In dat kader ontstond later (1994) het tijdschrift “Welzijnszorg en Zingeving, een christelijk perspectief”.
Prof.em.dr.Hugo Janssens werd als voorzitter in 1992 tijdelijk opgevolgd door de heer August Wauters, gewezen schoolinspecteur en voorzitter van het centrum voor geestesgezondheid- Matt Talbot. Vanaf 1994 werd dokter Rik Proost voorzitter van het S.A.W en in 2004 nam dokter Wim Van Dessel die fakkel in handen.
Een overzicht van activiteiten, verdeeld over een beknopt album met beeldmateriaal uit de periode van vóór de transformatie, en een overzicht van activiteiten sinds de transformatie in 1971, zal aldus de nieuwe evolutie kenschetsen en aantonen dat het S.A.W. 100 jaar jong is.
Paul Ooms afgevaardigd bestuurder
|
Vredeseducatie
In iedere samenleving is het bewaren en versterken van een leefsfeer van vrede onmiskenbaar een buitengewoon hoog goed. Gelet op het broze karakter van dat hoge goed, wil de Opleiding Vredeseducatie een breed dienstverleningscentrum zijn.
Download hier de folder
|